Julia Culp

Recensie Julia Culp door Beno Hofman (Uitgeverij Noordboek 2002), 111 pagina’s. ISBN 90 330 1261 8. € 17,50.

Hoewel haar carrière maar van korte duur was, van 1905 tot 1919, mag de naam van Julia Culp (1880-1970) niet ontbreken als een van de beroemdste Nederlandse vocalisten. Culps stemomvang was niet groot. Pianist en begeleider Coenraad Bos stelde zelfs: “Waarschijnlijk was haar toonomvang kleiner dan bij welke andere zangeres met zo’n naam” (p. 86). Toch wist zij de harten van duizenden toehoorders te winnen: “Als ze je letterlijk op ’t toneel bestormen, je de handen kussen, je omringen, bij honderden met uitgestoken handen … Ja, dat is eigenlijk wel verrukkelijk” (p. 63).

Julia Culp stamde uit een muzikale familie – haar zuster Betsy heeft haar vaak aan de piano begeleid en haar vader was contrabassist in het orkest van De Harmonie in Groningen. Ze is van Joodse komaf – haar voorouders kwamen uit Oude Pekela. Als ‘Jodenkind’ werd Julia in Groningen gediscrimineerd: “Vroeger op de meisjesschool, werd de heele klas soms op een partijtje gevraagd, – ik alleen niet” (p. 10).

In Groningen studeerde zij bij mevr. Groneman-Kappeyne van de Coppello, in Amsterdam bij Cornelie van Zanten en in Berlijn bij Etelka Gerster. Opera en oratorium deed zij niet; zij legde zich toe op de liedkunst. Het zwaartepunt van haar repertoire lag bij de Duitse romantische liederen; ze zong graag werken van Schubert, Schumann, Brahms en Richard Strauss. Culp and begeleider Coenraad Bos zijn overigens te beluisteren op één van de tien cd’s van “Het puik van zoete kelen: honderd jaar Nederlandse zangkunst” (Philips 464 385-2). Op een opname uit 1914 zingt zij Schuberts Heidenröslein en Brahms’ Wiegenlied met een opvallend heldere, natuurlijke stem. Culp is ook te horen in het Wiegeliedje van Catharina van Rennes, met Rennes zelf aan de vleugel, een opname uit 1906! Culps zuster Betsy Rijkens-Culp is ook meerdere malen te horen als begeleider van Jo Vincent.

Culp maakte veel indruk in Duitsland en Amerika. Vijf keer trok zij door Amerika; haar eerste tournee met 51 concerten begeleid door Coenraad Bos duurde vijfeneenhalve maand. Hofman vertelt dat zij altijd veel eigen spullen meenam: schilderijen, een theeservies, eigen kussens en linnen. Alleen zó voelde zij zich prettig.

Beno Hofman heeft een rijk geïllustreerde biografie samengesteld. Helaas komen we weinig te weten over de persoon Culp. Zij was twee keer getrouwd; wat voor soort huwelijken had zij? Had zij sterallures? Volgens Henriëtte Bosmans niet: “Zeer zelden zal men een uitvoerend kunstenaar aantreffen, die gelijk Julia Culp, zo weinig egocentrisch haar herinneringen beleeft” (Algemeen Handelsblad, 4.10.1950). Deze biografie is een welverdiend eerbetoon aan een groot zangeres.
Helen Metzelaar (Nieuwsbrief 33, april 2003)