Olga Averino´s De kunst van het zingen

Olga Averino´s De kunst van het zingen

Boekrecensie

Olga Averino
Olga Averino rond 1933

Met de nieuwe vertaling van O. Averino´s Principles and art of singing (1988) is er in Nederland gelukkig weer een auteur toegevoegd aan de kleine groep schrijvers die de zangkunst vanuit een nieuw perspectief belichten. Olga Averino (Moskou, geb. 1895) studeerde zang en piano aan het Keizerlijk Conservatorium van Saratov. Nadat ze nog maar net haar zangcarrière in Rusland was begonnen, moest ze vanwege revolutie en burgeroorlog haar land ontvluchten. Er volgde een periode van omzwervingen, ziektes en ontberingen, aan het einde waarvan ze via China in de Verenigde Staten belandde. In deze moeilijke tijd raakte ze van het besef doordrongen dat muziek een wonderbaarlijke kracht in zich draagt die mensen zelfs in de moeilijkste omstandigheden op de been kan houden.

 

Averino concentreert zich bij het formuleren van haar principes voor het zingen op de begrippen coördinatie, energie en verbeelding. Zij neemt als uitgangspunt voor haar methode het natuurlijke gemak waarmee sommige zangers muziek uitvoeren. Tijdens haar jarenlange ervaring als zangdocente raakte Averino er echter van overtuigd dat een goede coördinatie en gemak bij het uitvoeren van muziek geen mysterieuze talenten zijn, die maar weinigen van nature hebben meegekregen, maar vaardigheden die kunnen worden getraind. In De kunst van het zingen bespreekt zij de manier waarop deze vaardigheden ontwikkeld kunnen worden. Ze schetst hoe door het ontwikkelen van het voorstellingsvermogen, de coördinatie en de energiebalans van de zanger de muzikaliteit en techniek hoorbaar verbeteren.

De kunst van het zingen is een inspirerend boek. Het zal in de eerste plaats beginnende en ervaren zangers aanspreken. Aan de ene kant geeft het boek inzicht in Averino’s levenswijze als musicus en zangeres. Aan de andere kant reikt het een aantal oefeningen aan die haar hebben geholpen deze levenswijze te realiseren.

Muziek bestaat volgens Averino uit verschillende lagen. In de onderste laag van deze structuur ligt een aantal fundamentele fysieke mechanismen van universeel menselijke aard. Deze mechanismen liggen op een instinctief niveau. Hoewel de mens op dit niveau geen directe invloed op zichzelf of zijn reactie op muziek kan uitoefenen, neemt Averino deze mechanismen in haar methode als uitgangspunt. Ze gaat er vanuit dat iedereen bepaalde muzikale gaven bij zijn geboorte heeft meegekregen die ontwikkeld kunnen worden.

Averino’s inzichten sluiten aan bij de theorie dat muzikale patronen niet willekeurig tot stand komen, maar nauw verbonden zijn met de aard van het menselijk zenuwstelsel. Op basis van deze theorie kan zij stellen dat door goed gecoördineerd zingen er regelmatige patronen in de hersencellen ontstaan. Deze patronen helpen nieuwe muzikale ervaringen te structureren en geven de zanger een harmonieus gevoel tijdens het zingen. Averino maakt bij het formuleren van haar principes telkens weer gebruik van die wetenschap.

De formulering van de principes is echter af en toe zo bondig en abstract, dat het voor de zanger moeilijk is de stap van principe naar de praktijk van het zingen te maken. Daarnaast is het aantal praktische zangoefeningen in het boek te klein om die overgang zelfstandig te kunnen maken. De hoge eisen die Averino stelde aan haar eigen zangstudenten, stelt ze ook aan de lezer. Het lezen van het boek vormt eigenlijk een onderdeel van de spirituele weg naar de kunst van het zingen en boet daarmee in aan toegankelijkheid. Lang niet iedere zanger zal het geduld, de muzikaliteit en de intelligentie hebben om zich zelfstandig de gegeven principes eigen te maken. Om die weg iets lichtvoetiger te kunnen begaan, kan het boek het beste gebruikt worden in de context van zanglessen.

In die context kunnen Averino´s principes in twee richtingen gaan werken: een goede lichamelijke coördinatie kan muzikale expressie ondersteunen, maar een sterke muzikale voorstelling kan ook de juiste balans in het lichaam creëren.

Voor Averino dient muziek allereerst om de emotionele menselijke werkelijkheid te structureren. Hierbij gaat het niet om de beschrijving, maar om de ervaring van die werkelijkheid. Muziek is volgens Averino het mooiste en meest complete systeem dat we hebben om ons emotionele leven te beschrijven, te voelen en te beïnvloeden. Die kracht dankt het aan de verbinding met fysiologische en neurologische systemen en reacties. Averino is er zonder meer in geslaagd de lezer met die kracht in aanraking te laten komen.

Gegevens over het boek:

Olga Averino, De kunst van het zingen, Haarlem, 2002 (uit het Engels vertaald door Liesbeth de Kat en Hilda Stuyt; oorspronkelijke Engelse versie: Principles and Art of Singing, 1988). De kunst van het zingen kunt u bestellen door € 17,00 (excl. €3.99 verzendkosten) over te maken op girorekening 9312055 t.n.v. Berg.IMC, Mozartstraat 15, 6815 CS Arnhem. Uw bestelling wordt dan zo spoedig mogelijk verzonden naar het adres op de acceptgirokaart. Meer informatie en een bestelformulier kunt u vinden op de website: http://averino.berg-imc.nl

Jacomien Prins Utrecht, oktober 2002